Zwangerschapsbegeleiding op haptonomische basis.

Zwangerschap

Een zwangerschap is een bijzondere tijd, een tijd waarin een mensje zich aan het ontwikkelen is. Elk kind is altijd op zoek naar een veilige omgeving zodat hij ook kan uitgroeien tot een autonoom zelfstandig persoontje. Deze veiligheid en bescherming wordt meestal als vanzelfsprekend door de moeder gegeven door bijvoorbeeld het ( vaak onbewuste ) strelen en aaien.

De rol van de vader is echter niet minder belangrijk maar veel minder bekend. Hij is voor het kind een onderdeel van een buitenwereld die hij nog niet kent. Door een teder en liefdevol contact aan te gaan met zijn kind zorgt de vader ervoor dat die onbekende wereld niet iets is waar hij bang voor hoeft te zijn maar iets om te ontdekken, aan de hand van zijn vader. De vader maakt heel concreet contact met zijn kind door zijn handen zachtjes op de schoot van zijn partner te leggen. De moeder kan haar schoot, door dit respectvolle contact, zacht maken waardoor er meer ruimte ontstaat voor het kind om zich naar de hand van zijn vader te bewegen.

Door dit contact wordt de relatie met zijn moeder vrijer, de vader voelt zich veel minder aan de zijlijn staan en het kind voelt dat hij welkom is, dat hij mag zijn die hij is, in zijn tijd en op zijn eigen specifieke wijze.

Op de specifieke zwangerschap gerelateerde ongemakken wordt ingegaan en samen wordt gevoelsmatig gekeken hoe er het beste mee om te gaan.

Samenvattend:

Op basis van een individuele begeleiding.
We komen 5-8 keer voor de geboorte bij elkaar en 2 keer na de geboorte.
We beginnen tussen de 20 en 24 weken in de zwangerschap.
Iedere ontmoeting duurt ongeveer 1 uur.

Voor wie is deze vorm van begeleiding bedoeld?

Voor iedereen die nieuwsgierig is om zijn eigen kindje al voor de geboorte te leren kennen.
Verder is de begeleiding voor als de zwangerschap en/of geboorte anders verloopt/verlopen dan verwacht zoals bijvoorbeeld bij:

Een miskraam, een slechte uitslag na een test in de zwangerschap, verwerken van een traumatische ervaring van een vorige bevalling
Het voelen van weinig leven
Angst: voor de geboorte, het ouderschap
Niet indalen van het kind
Een stuitligging ( liefst tussen de 34 en 35 weken)